Wisselwerking chems en hiv-medicatie

Chems en hiv-medicatie

Chems lijken relatief gezien geen ernstige negatieve invloed te hebben op de werking van je hiv-medicatie. Toch zijn er enkele uitzonderingen. Ook kan chemsgebruik ervoor zorgen dat je de (dagelijkse) medicatie vergeet te slikken.

 

Er kunnen interacties bestaan tussen hiv-remmers en drugs, waaronder xtc, speed, amfetamines, methadon en opiaten. Het effect van deze interactie kan twee kanten opgaan: de hiv-remmer beïnvloedt het effect of de bijwerkingen van de chem(s), of de chem(s) beïnvloedt het effect of de bijwerkingen van de hiv-remmer. Tot dusver bekend:

 

  • Sommige hiv-remmers versterken de werking van enkele specifieke chems. Met een verhoogde kans op overdosis. Ritonavir bijvoorbeeld kan het effect van xtc en MDMA versterken. Enkele mensen met hiv zijn overleden aan een overdosis MDMA terwijl ze slechts een gemiddelde dosis hadden gebruikt.

 

  • Een aantal hiv-remmers verminderen het effect van methadon.

 

  • Veel hiv-remmers vergroten de bijwerkingen van een aantal slaapmiddelen en middelen tegen angst- en paniekstoornissen.

 

  • Er lijken geen interacties te bestaan tussen cannabisgebruik en hiv-remmers.

 

  • Tussen alcohol en abacavir is wel een interactie. Alcohol verhoogt de werking van abacavir. Bij matig alcoholgebruik is deze interactie niet ernstig.

 

  • Hiv-remmers met versterkende invloed op chemsgebruik zijn Efavirenz (combipil Atripla) en de ‘boosters’ Norvir (ritonavir) en Cobicistat. Dit laatste middel zit in de combipil Stribild. Gebruik minder chems als je deze hiv-remmers gebruikt of vraag je hiv-consulent of je kunt switchen omdat je chems gebruikt en een overdosis wilt voorkomen.

 

  • Om ongewenste interacties te vermijden, is het van belang om de hiv-behandelaar te melden welke chems en medicatie je naast de hiv-remmers gebruikt.